hechtmortel | mortellijm MAITÉ

Verpakking: 25kg
Verbruik: ± 2,6 kg / m2
Kleur van de pleister: Licht grijs

Voordelen van het systeem:

• Polyvalent product: verlijming, vastzetten van isolatieplaten en bewapeningsmortel
• Bewapeningsmortel die kan worden gecombineerd met alle afwerkingen uit het BGI-gamma
• Manuele of mechanische toepassing
• De marktreferentie
• Product uit het BGI-gamma. Draagt bij tot de thermische prestaties van gebouwen

Verwerkingsvoorschriften:

• Toegelaten ondergrond:
  • Voor verlijming/vastzetten van isolatieplaten
    • Vlakke, verticale wanden van nieuwe of oude gebouwen, geschikt voor thermische gevelisolatie conform de bepalingen van het bestek van het CSTB nr. 3035-V2.
  • Als bewapeningsmortellaag
    • Oude isolatiesystemen met dun pleisterwerk dat gerenoveerd moet worden ten gevolge van afpellen, of bedekt moet worden bij bovenisolatie.
    • Bekistingsblokken in glad geëxpandeerd polystyreen, conform de bepalingen van het CSTB-bestek nr. 263-2.
    • Wit of grafietkleurig polystyreen, rotswol, rotswolstroken, houtwol, aangebracht volgens de bepalingen van de IT 249.
      
      
• Niet toegelaten ondergrond:
  • Gevels of blootgestelde geveldelen met een helling van meer dan 5° ten opzichte van het verticale vlak.
  • Alle ingegraven delen van de gevel. Het vertrekniveau voor het systeem moet voldoen aan de bepalingen van het CPT 3035-V2 (rekening houdend met de specifieke eigenschappen van de werf).
    
    
• Plaatsing:
  Meng 25kg MAITE met tussen de 4,2 en 4,4 L water voor de gewenste consistentie. Dit gebeurt best met een betonmixer of een mengmachine. Opgelet: mortel die al begint te binden, mag niet worden gebruikt.
  
  • Verlijming/vastzetten van isolatieplaten
    MAITÉ wordt puntsgewijs, in onderbroken stroken of vol op de isolatiepanelen aangebracht.
    • Voor verlijming met stroken of volverlijming mag de lijm niet op minder dan 2 cm afstand van de rand van het isolatiepaneel worden aangebracht.
    • Voor puntsgewijze verlijming wordt de lijm aangebracht in minimaal 16 dotten/m2.
    • Voor verlijmde plaatsing moet de lijm in elk geval op ten minste 25% van het oppervlak van het isolatiepaneel worden aangebracht, naargelang van het gebruikte isolatiemateriaal.
    • Bij plaatsing met pluggen, moet het aantal dotten overeenkomen met het aantal pluggen en moeten er minimaal 5 pluggen per paneel worden aangebracht.
    • Bij puntsgewijze verlijming of verlijming met lijmstroken van grafietkleurig polystyreen schrijft het CPT 3035-V2 een aanvullende plugverbinding van 2 pluggen per isolatiepaneel voor. De pluggen worden aangebracht voordat de lijm afgebonden is.